Het recept voor deze ananastaart is afkomstig uit Switi Sranan, de rijke Surinaamse keuken, door Noni Kooiman. Het boek besprak ik in het blog hiervoor.

Ingrediënten

1 ananas

130 gr rietsuiker

1 kaneelstokje

½ tl zout

130 gr + extra boter

200 gr bloem

Taartvorm van 28 cm doorsnede

Bereidingswijze

*Verwijder de schil van de ananas en snijd hem in de lengte in vier parten, zo kun je makkelijk van elk stuk de harde kern verwijderen. Snijd de ananas in zo dun mogelijke plakken en die plakken in zo dun mogelijke reepjes. Doe de ananas met de suiker, het kaneelstokje en het zout in een pannetje en laat de ananas zo in

1 1/2 uur op het laagste pitje gaar stoven. Roer af en toe om aankoeken te voorkomen.

*Klop de boter luchtig met een (hand)mixer. Als de boter licht van kleur is, voeg je beetje bij beetje 130 ml water toe. Wacht steeds met een nieuw scheutje totdat het vorige helemaal is opgenomen. Voeg dan in 4 delen de bloem toe en roer die er met een houten lepel doorheen. Dek de kom af en laat het deeg in de koelkast minimaal 30 minuten rusten.

*Verwarm de oven voor op 170 graden. Beboter de taartvorm.

*Rol 2/3 deel van het deeg op een flink bebloemd werkblad uit en bewaar de rest van het deeg in de koelkast. Het deeg is vrij nat en fragiel. Wees voorzichtig en gebruik wat meer bloem bij het uitrollen als het niet lukt. De plak moet best dun worden, minder dan een ½ cm dik.

*Bekleed de bodem en de zijkanten van de vorm met het deeg. Doe de ananas in de taartvorm en strijk glad, zonder heel hard aan te stampen.

*Rol de rest van het deeg uit en snijd daar stroken van. Maak van de stroken een ruitpatroon op de bovenkant, zoals bij een echte Hollandse appeltaart. Snijd het overtollige deeg weg.

*Bak de taart in 30 á 40 minuten lichtbruin in het midden van de oven. Laat hem iets afkoelen voor het aansnijden. Een beetje warm is hij het lekkerst.